Een goede zit leer je niet uit een boek, door imitatie van een foto of instructie zonder beugels. Het draait allemaal rond gevoel. En om goed te kunnen voelen wat er precies onder je gebeurt, moet je vooreerst erg ontspannen kunnen zitten en je lijf kunnen coördineren.
Opvallend is dat de meeste zitproblemen zichtbaar worden zodra de ruiter begint hulpen te geven. Het bekken is niet flexibel genoeg waardoor het onmogelijk is om een hulp onafhankelijk, licht en op het juiste moment te geven.
De ruiter heeft de indruk dat het paard niet of onvoldoende gehoorzaamt en versterkt zijn hulpen waardoor de spanning alleen maar stijgt.
Een foute of gespannen zit, hindert de rug en zonder losse rug kan het paard gewoon niets beginnen, hoe sterk je die hulp ook maakt of hoe vaak je die ook blijft herhalen.
In stap kan men zich vaak nog wat beredderen, want daar is geen impuls. Maar zodra het paard gaat aandraven, zien we dat het bovenlichaam van de ruiter achter de loodlijn komt en het bekken enkel voor/achter beweegt (de links/rechts beweging wordt heel vaak vergeten omdat men deze moeilijk voelt). De ruiter blijft op deze manier achter op de beweging van het paard, haalt het uit balans en kan zo onmogelijk lichte en correcte hulpen geven.
Het lastige aan gevoel is dat het veel complexer is dan een gewone theoretische kennisoverdracht. Het is ook zo subtiel, dat het niet altijd eenvoudig is om kleine veranderingen waar te nemen. Daarom dat ik gebruik maak van kinesitherapeutische balletjes gevolgd door gerichte corrigerende oefeningen aan de longe (Zie artikel ‘De juiste zit‘). De Franklin balletjes geven de driedimensionale beweging van zowel paard als ruiter aan elkaar door en vergroten ze uit waardoor ze makkelijker aangevoeld kan worden. De oefeningen aan de longe corrigeren vervolgens de gebreken die aan het licht komen.
Eens je de juiste zit gevonden hebt, gaat er werkelijk een nieuwe wereld open. Nu kan je communiceren met de lichtste veranderingen in je lichaam, zelfs een enkele gedachte. Teugels en benen worden naar de achtergrond verdrongen. Je leert een onderscheid maken tussen een arbeidszit en een verzamelde zit en de overgangen hiertussen zonder het ritme of de balans te verstoren van het paard. Het paard wordt alert op de kleinste verandering en gaat vervolgens gelijkaardig bewegen om weer “één” te worden met zijn ruiter.
En dat is precies waar het om draait bij een klassieke zit: het fijnste communicatiemiddel tussen ruiter en paard vanuit ontspanning, lichtheid, balans, eenheid en harmonie.